Even voorstellen: Stichting Onderzoek Medezeggenschap (SOMz)
In deze rubriek geven we het woord aan een bestuurslid van een organisatie die actief is op het gebied van medezeggenschap. Dit keer zijn we in gesprek met Hans Schenk, voorzitter van de Stichting Onderzoek Medezeggenschap (SOMz) en emeritus hoogleraar Economie en Bedrijfskunde aan de Universiteit Utrecht.
Door Liza Arends
Belangrijk voor de medezeggenschap
De SOMz bestaat nu ruim tien jaar. Wat heeft deze stichting in die tijd bereikt? Volgens Hans Schenk draait de SOMz voornamelijk op drie bestuursleden die het naast hun reguliere werkzaamheden doen en met nauwelijks financiële middelen. Daardoor beperkt de jaarlijkse inzet zich vooralsnog tot enkele workshops en een grotere conferentie. In een van de eerste conferenties onder het nieuwe bestuur (sinds 2018) sprak een Oostenrijkse rechtsfilosoof, die helder uitlegde dat medezeggenschap een recht is. Deze conferentie bracht het belang van het creëren van bewustzijn over medezeggenschap en van de rol van opleiders en de politiek hierin naar voren.
Ontmoetingsplek
De SOMz biedt een ontmoetingsplek voor trainers, onderzoekers, OR-leden en beleidsmakers die geïnteresseerd zijn in medezeggenschaps-vraagstukken. Volgens Schenk gaat het erom dat deze groepen elkaar niet verplicht opzoeken, maar elkaar ontmoeten omdat ze dat interessant vinden. De conferenties blijken daarbij nuttig, want ongeveer de helft van de aanwezigen bestaat uit OR-leden en ambtelijk secretarissen.
‘Onderonsje’ voor onderzoekers
Schenk beaamt dat de SOMz soms als een ‘onderonsje’ voor onderzoekers wordt gezien. Maar, benadrukt hij: dat beeld klopt niet. Ook OR-leden en ambtelijk secretarissen kunnen veel aan de SOMz hebben. Gevraagd naar een database met onderzoeken over medezeggenschap, vertelt hij dat de SOMz beschikt over een ’houtje-touwtje‘-databank die slecht toegankelijk is en voornamelijk bestaat uit PDF-documenten. Bij het aantreden van dit bestuur werd het verzamelen van onderzoek niet voortgezet. De veronderstelling erachter was dat er weinig gebruik werd gemaakt van het archief. Bovendien is tegenwoordig veel onderzoek via zoekmachines te vinden. Dit maakt volgens Schenk de voorselectie door de SOMz minder relevant dan voorheen.
Gestructureerd en toegangkelijk archief
Toch zou een gestructureerd en toegankelijk archief van alle onderzoek over medezeggenschap nuttig zijn. Schenk stelt dat zo’n archief niet bestaat en dat het gebouwd zou moeten worden. De SOMz heeft een jaar of twee geleden geprobeerd subsidies los te krijgen teneinde een werkgroep aan het werk te kunnen zetten die daarvoor zorg zou kunnen dragen. Dat bleek moeilijk, ook omdat tegenwoordig internet makkelijk toegankelijk is voor onderzoekers.
Zonder een goed toegankelijk archief bestaat echter het risico dat er dubbel onderzoek wordt gedaan. Schenk geeft toe dat dit inderdaad een probleem kan zijn, maar hij wijst erop dat er niet veel onderzoekers zijn die zich bezighouden met medezeggenschap. “Waarom is dit geen populair onderwerp?” vraagt hij zich af. “Het onderwerp medezeggenschap leeft onvoldoende. We moeten hier meer publiciteit aan geven, bijvoorbeeld via conferenties. En we moeten onderzoeksinstellingen stimuleren om zich met dit thema bezig te houden.” Schenk benadrukt dat onderzoek naar medezeggenschap vaak niet interessant genoeg wordt gevonden voor een carrière in de wetenschap. Subsidies worden vooral verstrekt voor grootschalige projecten met een internationale wetenschappelijke uitstraling. De concurrentie voor deze subsidies is groot waardoor onderzoekers zich vooral richten op vakgenoten in plaats van de maatschappij.
“Het onderwerp medezeggenschap leeft onvoldoende. We moeten hier meer publiciteit aan geven”
Medezeggenschap is geen ‘sexy’ onderwerp
Volgens Schenk lijdt de medezeggenschap onder het steeds vluchtiger worden van arbeidsrelaties. Je bjivoorbeeld inzetten voor een OR wordt dan al vlug gezien als een blok aan het been bij nieuwe stappen. Daarom melden zich ook betrekkelijk weinig jongeren voor de medezeggenschap. Maar juist die jongeren zouden met hun gedrevenheid de medezeggenschap meer seksappeal kunnen geven. “De OR moet ook zelfbewuster worden,” zegt hij. De mate van zelfbewustzijn is volgens hem deels te beïnvloeden door de ambtelijk secretaris. Die kan helpen om de agenda samen te stellen, kan intermediëren tussen de bestuurder en de voorzitter of ondernemingsraad, en kan het belang van de OR centraalstellen. Ook bijvoorbeeld in de contacten met de raad van commissarissen of raad van toezicht.
Onderzoek naar de rol van de ambtelijk secretaris
Schenk geeft aan dat er nauwelijks onderzoek is gedaan naar de rol van de ambtelijk secretaris binnen de medezeggenschap. “Misschien ligt er ergens nog een oud onderzoek in een la, maar zover ik weet is dat niet zo”, zegt hij. Het fenomeen ambtelijk secretaris in de context van de OR is vrij nieuw en bestaat nog geen dertig jaar. Toch is de ambtelijk secetaris tegenwoordig een belangrijk onderdeel van de OR, en in sommige cao’s is het zelfs een recht , net als scholing. Schenk vindt dat het belangrijk is om te bepalen welke onderzoeken er nog ontbreken binnen de medezeggenschap; bijvoorbeeld onderzoek naar de invloed van de ambtelijk secretaris.
De toekomst van medezeggenschap en de SOMz
Voor de toekomst van de medezeggenschap, ziet Schenk veel potentieel in het versterken van de inhoudelijke invloed van de OR. Dat is niet alleen een kwestie van meer wettelijke bevoegdheden. Ondernemingsraden maken, vindt hij, nog te weinig gebruik van het recht deskundigen in te schakelen. Hij heeft meer dan eens meegemaakt dat er in gezamenlijk overleg zaken zijn te regelen waar werknemers en de onderneming als geheel veel baat bij hebben. Dat geldt niet alleen voor zaken op terreinen als arbeidsomstandigheden of werkgelegenheid, maar ook bijvoorbeeld voor de keuze van financiers of fusiepartners.
Wat betreft de toekomst van de SOMz, benadrukt Schenk dat de kwaliteit van een instituut afhangt van de inspiratie, werkkracht en inzichten van de mensen die er werken. Maar gezien de beperkte agenda van de bestuursleden blijft de focus voorlopig op het organiseren van conferenties. Hij zou graag zien dat er meer tijd, energie en middelen beschikbaar waren voor de SOMz. Met wat reuring, activiteiten en bijeenkomsten komt er meer interesse en dat helpt om de medezeggenschap te bevorderen.
SOMz
De Stichting Onderzoek Medezeggenschap (SOMz) is een onafhankelijke stichting met als doel:
Onderzoek naar de ontwikkeling van de medezeggenschap te bevorderen en onderzoekers en hun begeleiders te voorzien van relevante input voor de inhoud van onderzoek en indien gewenst mee te denken. Daarnaast zorgt de SOMz voor verbindingen tussen onderzoekers en instanties en stimuleert de transfer van onderzoeksresultaten naar de praktijk.
De SOMz werd in 2013 opgericht toen het Gemeenschappelijk Begeleidingsinstituut Ondernemingsraden (GBIO) werd opgeheven [redactie: 1 januari 2013]. Het GBIO ondersteunde, begeleidde, coördineerde en stimuleerde de scholing van ondernemingsraden. Het bevorderde goed functionerende medezeggenschap en maakte scholing en vorming van ondernemingsraden mogelijk met een financiële bijdrage.
Sommige taken van het GBIO werden overgenomen door de Sociaal-Economische Raad (SER) en de Commissie Bevordering Medezeggenschap (CBM). Het stimuleren van onderzoek op het gebied van medezeggenschap werd ondergebracht bij de SOMz.
De SOMz organiseert bijeenkomsten voor personen en instellingen die in de praktijk met medezeggenschap te maken hebben. Tijdens die bijeenkomsten worden nieuwe onderzoeksresultaten gepresenteerd en besproken. In het kader hiervan organiseert de SOMz ieder jaar een congres.
Sinds 2018 bestaat het bestuur van de SOMz uit Hans Schenk, Simone van Houten en Danella Zuidema.