De ondernemingsraad
en het recht op ondersteuning

De ambtelijk secretaris of adviseur medezeggenschap is voor veel ondernemingsraden niet meer weg te denken. Hoe zit het eigenlijk met het recht op ambtelijke ondersteuning? Wanneer kan de ondernemingsraad aanspraak maken op ondersteuning van een ambtelijk secretaris of adviseur medezeggenschap. Dat ligt ingewikkeld. OR-ondersteuning zet het voor u op een rij.

De Wet op de Ondernemingsraden (WOR)

De WOR kent geen recht op ambtelijke ondersteuning toe. De ambtelijk secretaris of adviseur medezeggenschap wordt ook niet genoemd in de wet. Wel geeft de wet een aantal handvaten om de ambtelijke ondersteuning toegankelijk te maken voor de ondernemingsraad.

In artikel 14 lid 1 en 2 onder e staat het volgende: “De ondernemingsraad regelt in zijn reglement zijn werkwijze. Het reglement bevat in ieder geval voorschriften omtrent de voorziening in het secretariaat”.

De ondernemingsraad moet de voorziening in zijn secretariaat dus wel regelen, maar is vrij in hoe hij dit doet. De praktijk leert dat de ondernemingsraad regelmatig een secretaris uit zijn eigen leden moet kiezen. Echter, het kan toch niet de bedoeling zijn dat de OR-leden zich met de randvoorwaarden bezig moeten houden? Zij zijn immers niet door werknemers gekozen op basis van hun organisatorische vaardigheden.

Het is dan wenselijk om iemand aan te stellen die hierin wat bedrevener is, zodat de ondernemingsraad zich op zijn eigen werk kan richten. De externe ambtelijk secretaris is dan een absolute toevoeging aan het team. Bovendien benoemt de wetgever deze mogelijkheid wel, bijvoorbeeld in artikel 21 WOR: “Indien de ondernemer aan de ondernemingsraad een secretaris heeft toegevoegd”. De ondernemingsraad is dus vrij in de invulling van zijn secretariaat en de wetgever acht het kennelijk niet ongebruikelijk dat dit gebeurt door de aanstelling van een ambtelijk secretaris.

Onlogisch is dat niet. De ondernemingsraad mag immers over dezelfde faciliteiten beschikken als de ondernemer (artikel 17 lid 1WOR), die een bestuurssecretaris geniet. Je zou dan ook verwachten dat de ondernemingsraad deze faciliteit kan verdedigen, wanneer een ondernemer hem geen ambtelijke ondersteuning wil toekennen. Maar zou je het recht op ambtelijke ondersteuning ook daadwerkelijk kunnen scharen onder dit artikel? Dat bleek helaas niet het geval.

Voorwaarden

In 1986 gaf de Hoge Raad toelichting op artikel 17 lid 1 WOR. In het artikel staan twee voorwaarden waaraan de ondernemingsraad moet voldoen om er een beroep op te kunnen doen. Ten eerste moet de ondernemer over de voorziening kunnen beschikken en ten tweede moet de OR de gevraagde voorziening voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig hebben. In deze zaak was er bij de ondernemingsraad al een ambtelijk secretaris in dienst, maar de ondernemer wilde deze ontslaan.

Volgens de Hoge Raad kon een ondernemer, als hij hier redenen voor had, afzien van een voorziening die hem ter beschikking staat. De ondernemingsraad kan zich dan niet beroepen op de eerste voorwaarde van het artikel. Hiermee benadrukt de Hoge Raad dat de ambtelijk secretaris geen verplichte voorziening is in de zin van artikel 17 lid 1 WOR.

Dit arrest is echter al enkele decennia oud en de medezeggenschap en daarmee de positie van de ondernemingsraad is door de jaren heen sterk veranderd. Ook de ambtelijk secretaris heeft daardoor een andere rol gekregen. De huidige ondernemingsraad is betrokken bij grote en langdurige ontwikkelingen binnen de onderneming. Nu de besluitvormingstrajecten veel complexer zijn geworden, is er een groeiende behoefte aan professionele ondersteuning en continuïteit.

Wij zijn ervan overtuigd dat in veel gevallen de toevoeging van een ambtelijk secretaris essentieel is voor het behoud van de kwaliteit van de medezeggenschap.

Bestaat er dan wel een recht op ondersteuning?

Het recht op ondersteuning bestaat wel in de volgende gevallen:

  • De eigen collectieve arbeidsovereenkomst (cao) kent de ondernemingsraad het recht op ambtelijke ondersteuning toe.
  • De ambtelijk secretaris vervult de rol van een extern deskundige.
  • De ondernemingsraad heeft met de ondernemer afgesproken dat hij ambtelijke ondersteuning zal ontvangen en deze afspraken vastgelegd in het convenant.

6 cao’s met recht op ondersteuning

Vakbonden begrijpen als geen ander de waarde van een goede werknemersvertegenwoordiging en zij nemen het recht op ondersteuning in een aantal cao’s op. Er zijn zes cao’s die dit recht toekennen:

De cao Ziekenhuizen

De cao Ziekenhuizen regelt het recht op ondersteuning in artikel 5.6 lid 2: “De ondernemingsraad heeft recht op ambtelijke ondersteuning van twee uur per week per ondernemingsraadzetel.” Let wel op: twee uur per week per zetel en niet het aantal zittende OR-leden. Ook als deze zetels niet bezet zijn, bijvoorbeeld als er nog vacatures openstaan, worden de uren toegekend.

De cao Zelfstandige Klinieken Nederland (ZKN)

Bij de cao ZKN geldt er ook recht op ambtelijke ondersteuning. De omvang wordt, in overleg met de werkgever, door de OR vastgesteld en bedraagt maximaal 10 uur per OR-vergadering. Dit staat in artikel 49 lid 2.

De cao Gehandicaptenzorg

In artikel 13.1 lid 3 staat dat de werkgever ten minste 1,5 uur per week kwalitatieve ambtelijke ondersteuning per ondernemingsraadzetel ter beschikking moet stellen. Deze ambtelijke ondersteuning wordt in beginsel niet vervuld door een OR-lid.

De cao Jeugdzorg

In artikel 14.2 sub d staat dat de OR recht heeft op een ambtelijk secretaris voor minimaal 250 uur per jaar. De OR kan besluiten die uren geheel of gedeeltelijk te laten gebruiken door de voorzitter, secretaris of andere leden van de OR.

De cao Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ)

De ondernemingsraad heeft aanspraak op ondersteuning door een ambtelijk secretaris voor tenminste 2 uur per week per ondernemingsraadzetel. Dit staat in artikel 12 lid 2 van hoofdstuk 9.

De cao Verpleeg- en Verzorgingstehuizen (VVT)

Vroeger was het recht op ambtelijke ondersteuning ook opgenomen in de cao Verpleeg- en Verzorgingstehuizen (VVT). Het artikel was eerder opgenomen in de cao 2005-2006 (artikel 12.1.1 lid 5) en is vervolgens overgeheveld naar het decentraal overleg met de vakbonden over medezeggenschap (artikel 13.4). Men gaat ervan uit dat de afspraken inmiddels allang zijn gemaakt en verankering in de cao daardoor niet meer noodzakelijk is.

De ambtelijk secretaris of adviseur medezeggenschap als extern deskundige

De ambtelijk secretaris of adviseur medezeggenschap kan de rol van een extern deskundige vervullen voor een korte periode of een taak die expertise vereist, bijvoorbeeld het opstarten van een nieuwe ondernemingsraad. Dit vloeit wel uit de Wet op de Ondernemingsraden voort, waarin het recht om een extern deskundige te raadplegen is vastgelegd (artikel 16 WOR).

Geen recht op ambtelijke ondersteuning, wat nu?

Wanneer de ondernemingsraad het recht op ondersteuning niet via een cao verkregen heeft kan hij zich nergens op beroepen, want de Wet op de Ondernemingsraden kent het ook niet toe. Waar doet hij dan wel goed aan? De oplossing is een overleg met de bestuurder. Hij doet er goed aan het gesprek aan te gaan en de voordelen van een ambtelijk secretaris of adviseur medezeggenschap uit te leggen. En niet te vergeten, als er uit de onderhandeling met de bestuurder afspraken over ambtelijke ondersteuning voortvloeien: ze vast te leggen in het convenant!

Wettelijk recht op ondersteuning

In enkele wetten wordt het recht op ondersteuning wel toegekend:

Vraag offerte aan

"*" geeft vereiste velden aan

Organisatie*
Naam contactpersoon*
Wij zoeken een:*
Medezeggenschapsvorm*

Max. bestandsgrootte: 64 MB.
Ik ga akkoord dat OR-ondersteuning mijn gegevens gebruikt om voor mij een voorstel te kunnen doen voor ondersteuning op maat.*
Voor onze privacyverklaring verwijzen wij u naar de link onder aan onze webpagina
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
0182 231 270