“Ik heb mijn leven nooit helemaal gepland. Ik laat het op me afkomen”
Een kennismakingsgesprek met Steven Jellinghaus
Liza Arends: “Steven Jellinghaus en ik kennen elkaar al zo’n twintig jaar. De eerste ontmoeting was tijdens een evenement voor de medezeggenschap. Destijds waren we beiden relatief nieuw in dat vakgebied, maar al snel ontdekten we een gedeelde visie op medezeggenschap. Er ontstond een nauwe samenwerking én een vriendschappelijke band. Steven is in de tussentijd uitgegroeid tot dé juridisch expert in dit gebied en is advocaat en mede-eigenaar van Pallas advocaten. Ondertussen ben ik van ambtelijk secretaris directeur van OR-ondersteuning geworden en oprichter en mededirecteur van AS-opleidingen.
De afgelopen jaren heeft Stevens leven een aantal ingrijpende veranderingen doorgemaakt, waarbij vooral zijn ziekte en dwarslaesie vorig jaar een grote impact heeft gehad. De nieuwe wending in zijn leven heeft hij met veerkracht en humor omarmd. Tijd om te horen hoe het met hem gaat, zijn visie op medezeggenschap te leren kennen en te ontdekken hoe hij in dit vakgebied is terechtgekomen.”
Van Oegstgeest naar Leiden
Je ouders vestigden zich in Oegstgeest vanuit Nederlands-Indië. Daar groeide je op met een oer-Hollands uitzicht, recht tegenover de molen. Na je middelbare school begon je met de studie Nederlands recht aan de Universiteit van Leiden. Waarom eigenlijk rechten?
“Ik ging naar Leiden voor het gemak. Mijn ouders wilden dat ik voor baanzekerheid ging en dachten in de richting techniek of de medische wereld. Maar ik ben atechnisch, geen bèta en ik kan niet tegen bloed. Dat was voor mij een ‘no-go’. Het liefst wilde ik geschiedenis studeren, maar ik dacht dat je dan alleen geschiedenisleraar kon worden. Ik zag mijzelf niet voor de klas staan. Bij gebrek aan beter en omdat ik niet wist wat ik moest studeren, ben ik maar rechten gaan doen. Het is niet dat ik er altijd al van droomde om advocaat of rechter te worden. Ik wilde politieman worden, of cowboy, of ridder.”
En ben je cum laude afgestudeerd?
“Nee, absoluut niet. Ik was niet echt gedreven en deed er heel veel dingen naast. Zo was ik actief in de politiek, bekleedde een bestuursfunctie bij een studentengezelligheidsvereniging, was een jaar student-assistent en ik zat bij de Rechtswinkel in Leiden. Daarnaast sportte ik regelmatig en had ook nog een baan; ik moest werken naast mijn studie. Ik heb als verkoper bij de V&D gewerkt en werd ook wel eens een weekend ingehuurd als mangokeurder. Dan keurde ik in een weekend een container mango’s op restaurant-, winkel- of blikkwaliteit. Mijn aandacht was dus behoorlijk verspreid en ik hield me niet echt bezig met mijn studieresultaten.”
Je studeerde af op voetbaltransfers (Sportrecht), maar ook in een vrije studierichting bedrijfsrecht. Daarmee behaalde je zowel je meester- als doctorandustitel. Meteen na je studie kon je als bedrijfsjurist bij de KNVB aan de slag. Een droombaan, zoals je dat zelf noemde. Het liep echter anders, want….
“Ik moest als één van de laatste lichtingen in dienst. Dienstweigeren vond ik toch te ver gaan. Dus ik ben het leger ingegaan en werd verbindingsofficier in Ede. Ik zou sergeant worden op een straalzender. Nou ja, ik en techniek….. Dat vond ik wel hilarisch.”
En hoe heb je je diensttijd ervaren?
“Ik werd bij aankomst in Ede meteen met plunjezak en al in een auto gegooid en naar de Ginkelse Heide gebracht voor een basistraining. Na een week training, waarin ik leerde handgranaten werpen, helm wassen, Uzi schieten en marcheren door het bos, ben ik gevallen tijdens een partijtje voetbal. Ik werd afgevoerd naar het ziekenhuis en zat daarna twee maanden thuis met mijn been in het gips. Na mijn herstel was mijn hele opleidingsgroep opgeleid en verspreid over allerlei locaties. ‘Ga maar weer naar huis’, zeiden ze en ik werd vervroegd afgekeurd. De verbindingsdienst of straalzender heb ik nooit gezien.”
In de advocatuur
Na je diensttijd solliciteerde je en kwam je terecht bij De Voort Advocaten, dat toen nog Beunen, Leemans, De Bont en Hermes heette.
“Ja, dat was eigenlijk niet mijn eerste keus. Ik wist niet goed wat ik wilde en ik had ook niet het idee om de wereld te verbeteren. Kijk, mijn CV was zo breed, dus ik solliciteerde op heel veel; van advocatuur op de Zuidas, assistent in opleiding (aio), een functie als management trainee bij ING en op aio in milieurecht en ruimtelijke ordening, want daar was ik ook in afgestudeerd. En ik had me aangemeld als managementtrainee bij Procter & Gamble. Voor hetzelfde geld had ik nu wasmiddelen verkocht. Ik heb er zelfs wel eens aan gedacht om een café te beginnen, maar het werd dus advocaat medezeggenschap in Tilburg. Ik begon echter in de algemene praktijk. Dit betekende veel echtscheidingen en strafzaken, maar langzaam rolde ik in de medezeggenschap en bouwde ik mijn eigen praktijk op. Ik besloot ook te promoveren aan de Universiteit van Tilburg op harmonisatie van arbeidsvoorwaarden. Ik zocht een onderwerp dat relevant en boeiend zou blijven en wat niet meteen zou verouderen bij nieuwe uitspraken of wetswijzigingen. Ik ben daarna ook gevraagd om docent te worden. Ik doceer nu alweer 25 jaar arbeidsrecht en sportrecht.”
Overstap van De Voort Advocaten naar Pallas Advocaten
Twee jaar geleden besloot je na 28 jaar weg te gaan bij De Voort Advocaten en naar Pallas Advocaten te gaan. Hoe kwam dat?
“Na 28 jaar vond ik het wel tijd voor verandering. Ik was inmiddels verhuisd van Tilburg naar Scheveningen, wat veel reizen betekende. En ik zocht een omgeving die meer ‘dedicated’ gericht is op arbeidsrecht. Bij Pallas houden vijftien advocaten zich uitsluitend met arbeidsrecht bezig. Bovendien hebben ze een internationale focus. Daar vond ik de uitdaging. Het was een logische stap en ik heb er geen spijt van.”
Heb je in die dertig jaar advocatuur ook veranderingen gezien in de geschillen of zaken die je krijgt voorgelegd?
“Toen ik begon, werd ik als adviseur met een heel adviesteam in een zaak getrokken. Tegenwoordig word ik gebeld of ik even een sociaal plan kan beoordelen. De zaken zijn kleiner en minder strategisch geworden. Ook de Ondernemingskamer heeft minder zaken. Wat ik wel zie is dat zaken veel internationaler zijn geworden. Ondernemingsraden van grote internationale bedrijven worstelen met een Nederlands besluit versus de wens of eis van het bedrijf. We hadden een Spotify-achtige zaak, waarin op internationaal niveau werd gezegd: er moet gewoon 10% van het personeel uit. Ik zeg altijd: je hebt de WOR en je hebt de POR – dat noem ik de ‘Praktijk op de OR’. Juridisch kun je wel van alles roepen, maar de praktijk blijkt soms toch weerbarstiger.”
Veranderingen in de medezeggenschap
Heb jij in afgelopen jaren veranderingen gezien binnen de medezeggenschap?
“Zeker, ik zie wel een paar echte ontwikkelingen. Ondernemingsraden zijn kritischer op wat ze doen en wie ze inhuren, vaak onder de druk van werkgevers. Toen ik begon in 1994, nodigden ondernemingsraden standaard bij elke OR-vergadering een adviesteam uit. Je had toen ook nog een vijfdaagse OR-opleiding met overnachtingen en goede wijnen, of een boswandeling met ademhalingsoefeningen…. Je ziet dat ze nu eerder kiezen voor een training op vaardigheden of coaching-on-the-job of zich door een ambtelijk secretaris laten trainen of coachen. Het is veel gerichter.”
“Je hebt echt wel vernieuwingen in de medezeggenschap, maar die worden wettelijk niet altijd gepruimd”
Er wordt dus minder geschoold. Is de kwaliteit van de medezeggenschap daarmee achteruitgegaan?
“Nee, Ik vind dat de kwaliteit zelfs beter is geworden. Het probleem is wel Liza, en dat geldt voor ons allebei, dat wij niet de onderkant van de markt zien. Ik zie alleen die OR die mij belt en jij komt bij de OR’s die een ambtelijk secretaris hebben of willen hebben. Wij zien over het algemeen de happy few die al een professionaliseringsslag hebben gemaakt. Raden die zelfstandig rommelen, zien wij niet. Maar over het algemeen zie ik wel dat de kwaliteit van de medezeggenschap beter is geworden en dat raden veel mondiger zijn, mede dankzij online informatie. Vroeger belde de OR een trainer om een inleiding over arbo te krijgen. Nu google je het.”
Zie je ook veranderingen in het werkveld van de ambtelijk secretaris?
“Ik heb de positie van de ambtelijk secretaris zien groeien. Het is steeds meer het continuïteitsbaken en de spin in het web geworden. Toen ik begon was de ambtelijk secretaris een soort secretaresse, die zich vooral bezighield met verslaglegging, archiveren en het verspreiden van vergaderstukken. Nu is die functie veel meer ontwikkeld naar coaching en advisering en wordt de ambtelijk secretaris ook steeds serieuzer genomen. Hij wortelt zich meer in organisaties. Kijk maar naar het Ministerie van Justitie en Veiligheid, waar een heel bureau medezeggenschap is, dat ook heel serieus investeert in de kwaliteit van ambtelijk secretarissen. Vroeger ging de OR twee keer per jaar op training bij een trainer, die na de training als coach en adviseur fungeerde. Als je een probleem had, belde je de trainer. Nu neemt de ambtelijk secretaris die rol steeds meer over.”
Dwarslaesie
Na je overstap naar Pallas advocaten heb je het afgelopen jaar te maken gehad een grote, persoonlijke verandering in je leven. Een jaar geleden bezocht je het Eurovisie Songfestival in Liverpool. Daar belandde je met hele erge rugpijn en verlammingsverschijnselen in het ziekenhuis. Wat is er gebeurd?
“Ik had kaartjes voor het Songfestival, echt mijn guilty pleasure. Voor vertrek had ik enorme rugpijn. Met heel veel pijnstillers ben ik toch naar Liverpool gegaan en kon ik twee voorrondes bijwonen. De volgende dag werd ik ‘s ochtends wakker en kon ik niet meer op mijn benen staan. Ik wist meteen dat het niet goed was en ben met een taxi naar de Spoedeisende hulp gegaan. Daar wilden ze me meteen drie dagen opnemen. Maar dat kon niet, vond ik. Ik wilde toch echt de finale bijwonen.
Ik heb keihard onderhandeld en gevraagd of ze me niet een pilletje konden geven. Weer terug in Nederland zou ik dan meteen naar het ziekenhuis gaan. Het resulteerde in één nacht opname. Heel veel onderzoek volgde en een overplaatsing naar ander ziekenhuis in Liverpool, gespecialiseerd in neurologie. Daar werd ik meteen geopereerd om een abces uit een ruggenwervel te halen. Op de een of andere manier was ik heel ziek, bijna dood, alleen wist ik het zelf niet. Na de operatie heb ik nog twee, drie dagen op de intensive care gelegen en ben ik nog twee keer geopereerd.”
Wat was de diagnose?
“Een streptokokkenbacterie in een ruggenwervel, die inmiddels ook mijn hartklep aantastte. Ik heb acht weken in het ziekenhuis gelegen met zware infusen. De artsen in Liverpool zeiden dat ik een dwarslaesie had en weinig kans op herstel.”
“Songfestival, echt mijn guilty pleasure”
Hoe ging je daarmee om?
“Dat viel mee, eigenlijk. Ik kon er al snel in berusten. Ik had ook al vanaf het begin psychologen aan mijn bed. Sowieso was ik allang blij dat het Songfestival in Liverpool was en niet in Oekraïne ofzo. Ik spreek tenminste Engels en ik was in het beste ziekenhuis voor dit soort aangelegenheden in Engeland.”
Zie je het leven altijd zo? Met berusting?
“Ik zag het al heel snel als iets waar niemand schuld aan had. Ik ben niet van een trapje gevallen en ben ook niet aangereden door iemand waar ik boos op kan worden. In het revalidatiecentrum in Nederland zag ik dat het altijd erger kan. Ik ben blij dat ik nog veel kan en een goed leven heb.”
Wanneer ga je naar huis?
“Mijn stip op de horizon is half augustus, als ons huis klaar is. Mijn vrouw overziet de verbouwing en ik denk mee op afstand. Het is heel vreemd, na een jaar kom ik dan weer thuis in een verbouwd huis en een andere situatie. Maar, ik heb mijn leven nooit helemaal gepland. Ik laat het op me afkomen.”
Steven Jellinghaus
1969 Geboren in Oegstgeest – Middelbare school in Oegstgeest
1993 Afgestudeerd Nederlands Recht en Bedrijfsrecht – Universiteit van Leiden;
1993 Dienstplicht
1994 In dienst bij Beunen, Leemans, De Bont en Hermes, later De Voort advocaten
2003 Promotie aan Tilburg University. Proefschrift ‘harmonisatie van arbeidsvoorwaarden’
2003 Universitair docent/onderzoeker Tilburg University
2022 Advocaat en mede-eigenaar van Pallas Advocaten
Steven is getrouwd met Ingrid en woont in Scheveningen
Inzicht in de OR
Steven Jellinghaus is mede-auteur van Inzicht in de OR. Hij werkt momenteel aan een grondige herziening van het boek. Met een frisse blik scherpt hij de tekst aan en actualiseert wetswijzigingen, zeker als het om WOR-aangelegenheden gaat. In de nieuwe editie van Inzicht in de OR is er ook aandacht voor de rol van de ambtelijk secretaris.