Jobpocalypse en AI

Geplaatst op 30 december 2025

Jobpocalypse en AI

van toekomstbeeld naar dagelijkse praktijk

De impact van AI op werk en werkgelegenheid is geen abstract toekomstbeeld meer. In juni 2025 concludeerde consultancybureau &Samhoud op basis van gesprekken met topbestuurders van circa vijftig organisaties, waaronder een groot deel van de AEX-bedrijven, dat de inzet van AI binnen enkele jaren tot fors banenverlies zal leiden. Driekwart van de ondervraagden verwacht zelfs dat mensen op grote schaal door technologie worden vervangen. In juli 2025 publiceerde het UWV het rapport Op weg naar AI die werkt voor iedereen. Dat rapport beschrijft de gevolgen van AI voor de arbeidsmarkt. Beroepen met veel routinematige taken en een sterke taal- of datacomponent lopen het meeste risico. Dit geldt vooral voor administratieve, financiële en juridische beroepen, klantenservicemedewerkers, consultants, ICT- en creatieve beroepen. Inmiddels zijn wereldwijd de eerste grote ontslagrondes aangekondigd. Zo stelt bijvoorbeeld HP dat het werk, waaronder de klantenservice en productontwikkeling, efficiënter kan doen met behulp van AI. Achmea gaat met behulp van AI ‘meer doen met minder mensen’ maar kan op dit moment nog niet zeggen of dit gepaard gaat met gedwongen ontslagen (Financieel Dagblad november 2025). Diverse ondernemingen in Nederland hebben al een ontslagronde aangekondigd, zoals ABN AMRO (5.000 banen weg) en pensioenuitvoerder APG (één op de drie banen weg). Er komen dus reorganisaties aan.

Reorganiseren is van alle tijden en wordt vaak in verband gebracht met slechte financiële resultaten. In tijden als deze gaat het echter niet alleen om herstructureringen om een verliesgevende situatie om te keren, maar is er veel vaker sprake van proactief reorganiseren. Door nu in te grijpen voorkom je als bedrijf dat het later in een verlieslatende situatie terechtkomt. Dat is ingrijpend voor collega’s van wie de baan vervalt, maar kan tegelijk noodzakelijk zijn voor de continuïteit van de onderneming.

Juist in dit soort situaties ondersteunt de adviseur medezeggenschap de ondernemingsraad bij het vervullen van zijn rol. De ondernemingsraad is ingesteld in het belang van de onderneming en heeft te maken met de positie van de vertrekkers, maar ook met die van de achterblijvers. Van de ondernemingsraad wordt verwacht dat deze de voorstellen van de directie op realiteitsgehalte beoordeelt. Dat is dus of de organisatie na uitvoering van de herstructurering nog goed kan functioneren. De ondernemingsraad kan juist vanuit zijn ervaring vanuit de werkvloer aangeven welke maatregelen werken en welke niet.

Om dit te kunnen beoordelen is een sterke informatiepositie essentieel. De adviseur wijst de ondernemingsraad op artikel 31 WOR, dat het recht geeft op alle informatie die redelijkerwijs nodig is voor de taakuitoefening. Welke informatie moet je dan opvragen? Dat begint bij de kwaliteit van de adviesaanvraag zelf. Is deze uitgebreid onderbouwd en voorzien van gegevens? Dan kan de ondernemingsraad zich grotendeels richten op het toetsen van die informatie. Klopt het wat ze schrijven? Vaak ontbreekt er nog wel wat. Welke informatie heeft een ondernemingsraad eigenlijk minimaal nodig? Hier is geen vastomlijnde formule voor maar in ieder geval is het verstandig om met de ondernemingsraad te kijken naar de lijst met gegevens (de uitvoeringsregels) die het UWV vraagt bij de toetsing van ontslagen op bedrijfseconomische of organisatorische gronden.

UWV uitvoeringsregels als praktisch kompas

Een handig referentiekader is de informatie die het UWV verlangt bij ontslagaanvragen op bedrijfseconomische of organisatorische gronden. Deze is te vinden op de website van het UWV  (https://www.uwv.nl/nl/ontslag/uitvoeringsregels).

Het UWV onderscheidt daarbij vijf situaties waarvoor specifieke onderbouwing wordt verlangd:

  1. een slechte of slechter wordende financiële situatie;
  2. werkvermindering;
  3. organisatorische of technologische veranderingen;
  4. Bedrijfsverhuizing;
  5. beëindiging van de werkzaamheden van de onderneming.

Deze indeling sluit aan bij de onderwerpen in artikel 25 WOR, zoals

  1. beëindiging van de werkzaamheden van de onderneming of een belangrijk deel daarvan (25 lid 1 sub c WOR);
  2. belangrijke inkrimping (25 lid 1 sub d WOR);
  3. belangrijke wijziging van de organisatie (25 lid 1 sub e WOR);
  4. wijziging van de locatie van de onderneming (25 lid 1 sub f WOR).

In het Nederlandse arbeidsrecht bestaat sinds 2015 een minimale wettelijke ontslagvergoeding, de transitievergoeding. Werkgevers hebben geen algemene verplichting om extra maatregelen te treffen. De adviseur medezeggenschap adviseert de ondernemingsraad daarom realistisch over de juridische ruimte. Een negatief advies uitsluitend vanwege een mager sociaal plan maakt weinig kans.

Dat heeft de Ondernemingskamer het afgelopen jaar nog eens bevestigd in de zaak Micro Focus. Vlak na afloop van het sociaal plan op 30 juni 2024, startte het bedrijf een reorganisatie. De nieuwe aangeboden vertrekregeling was beduidend minder dan de oude. Dat was voor de Ondernemingskamer geen reden om op die grond de bezwaren van de ondernemingsraad tegen de reorganisatie gegrond te verklaren. In de adviesaanvraag, in de overlegvergaderingen met de ondernemingsraad en in het besluit was Micro Focus volgens de Ondernemingskamer gemotiveerd ingegaan op de beëindigingsvoorwaarden die zij aan de betreffende medewerkers wilde aanbieden en de reden waarom deze afwijken van het oude sociaal plan.

De invloed van de ondernemingsraad op de hoogte van ontslagvergoedingen is juridisch dus niet erg groot. Toch zijn bedrijven vaak wel bereid om wel met de vakbonden of de ondernemingsraad extra voorzieningen te treffen. Het komt meer dan eens voor dat ondernemingsraden een ’zwakkere‘ motivering voor nut en noodzaak van de ondernemer accepteren in ruil voor een beter sociaal plan. Werkgevers stellen wel als voorwaarde dat zo’n sociaal plan alleen geldt voor werknemers die bereid zijn een vaststellingsovereenkomst te tekenen.

Ook deze gang van zaken heeft de Ondernemingskamer al geaccordeerd. In de Medtronic zaak uit 2022 oordeelde de Ondernemingskamer dat het feit dat een zekere druk op de medewerkers wordt uitgeoefend om een aangeboden passende functie of een vaststellingsovereenkomst te aanvaarden juist is. Daar staat tegenover dat Medtronic er een gerechtvaardigd belang bij heeft dat haar medewerkers een passende functie kunnen aanvaarden en dat een tijdrovende en dure ontslagprocedure wordt voorkomen. Het staat de betrokken medewerkers bovendien altijd vrij om hun ontslag aan te vechten of te bestrijden dat een aangeboden functie passend is, dan wel deze te weigeren.

De adviseur medezeggenschap helpt de ondernemingsraad om de juridische kaders te vertalen naar een onderhandelingsstrategie die uitvoerbaar is, controleerbaar blijft en in de praktijk tot meer bescherming of betere begeleiding kan leiden.

Het aantal reorganisaties zal door de komst van AI toenemen, zo is de verwachting. De adviseur medezeggenschap speelt een sleutelrol bij het professionaliseren van de ondernemingsraad in deze trajecten. Door structuur aan te brengen in informatievoorziening, juridische kaders te duiden en de vertaalslag te maken naar de werkvloer, ondersteunt de adviseur de ondernemingsraad bij zijn drieledige taak: Eerst toetsen of het verhaal van de ondernemer klopt, dan bekijken of de voorgestelde maatregelen uitvoerbaar zijn op de werkvloer en tot slot een faire behandeling van de collega’s die mogelijk noodgedwongen moeten vertrekken.

Tips voor de ambtelijk secretaris

  • Maak procesafspraken met DB/OR: rolverdeling, planning, overlegmomenten en deadlines.
  • Check de adviesaanvraag op volledigheid (aanleiding, doel, planning, gevolgen, maatregelen) en inventariseer ontbrekende info.
  • Vraag ontbrekende informatie op (waar nodig via art. 31 WOR) en zorg voor één compleet, geordend dossier.
  • Breng de praktische impact in beeld: welke functies/teams/werkprocessen veranderen, plus effecten op werkdruk en benodigde vaardigheden.
  • Organiseer input van stakeholders (HR, lijn, project AI/technologie) en waar nodig signalen van de werkvloer/achterban.
  • Bewaak dat achterblijvers en vertrekkers expliciet worden meegenomen in maatregelen en communicatie.
  • Let op termijnen en vastlegging: notulen, besluiten, actielijst en archivering voor een navolgbaar traject.
  • Signaleer tijdig wanneer externe deskundigheid nodig is (juridisch/inhoudelijk complex, grote impact) en adviseer DB/OR om een externe deskundige in te schakelen.



Maarten van Kempen

Advocaat arbeidsrecht en medezeggenschapsrecht
Maarten is een ervaren arbeidsrecht advocaat bij Pallas advocaten. Hij wordt vaak ingeschakeld bij complexe arbeidsgeschillen en (internationale) governance- en medezeggenschapsvraagstukken. Maarten publiceert over uiteenlopende arbeidsrechtelijke onderwerpen en governance vraagstukken. Zijn bijdragen zijn onder meer te vinden in de diverse arbeidsrechtelijke vakbladen en het Financieele Dagblad. Vanaf 2022 doceert hij de vakken Reorganisatie en Verdieping Medezeggenschapsrecht aan de juridische faculteit van de Universiteit Utrecht. Maarten is tevens docent bij AS-opleidingen.
0182 231 270