“We denken niet aan stoppen”
‘Hoe lang moet jij nog?’ is een vraag die je wat oudere werkenden wel eens hoort stellen. Sommigen van hen kunnen niet wachten om alles wat met werk te maken heeft aan de wilgen te kunnen hangen. Maar dat geldt niet voor iedereen. Ellen Hendriks en Willy Post telden helemaal niet de jaren af tot hun pensioen. Sterker nog: ze schreven zich nog vóór hun laatste officiële werkdag in bij OR-ondersteuning en gingen daar meteen weer aan de slag. Beide adviseurs medezeggenschap zijn inmiddels 69 jaar oud en denken nog niet aan stoppen. We gaan op zoek naar het geheim achter door te willen werken na je pensioen.
Door Helene Hubers
Het kantoor van de IND in Den Haag loop je niet zomaar binnen. Ook deze vrijdagmorgen is het druk in de entreehal. Als gebleken is dat je echt een afspraak hebt met iemand achter de toegangspoortjes mag je erin. Eenmaal binnen is de sfeer gemoedelijker. Willy Post is ons beneden op komen halen en loodst ons door het grote gebouw naar een vergaderzaal op de vijfde verdieping. Onderweg komen we langs een restaurant met duurzame producten en een zuil met herbruikbare koffiebekers. Boven wacht Ellen Hendriks ons al op.
Ellen en Willy zijn geen ‘doorsnee-bejaarden’. Dat is meteen duidelijk. Niet alleen zijn ze nog aan het werk, maar ze stralen energie uit. Er zijn mensen die op vrijdagmorgen wat extra koffie nodig hebben om het weekend te halen, Ellen en Willy niet.
Voor ze de pensioengerechtigde leeftijd bereikte werkte Ellen als ambtelijk secretaris bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Daarvoor was ze gerechtsjurist bij de rechtbank. Willy is van huis uit bibliothecaris. Voor ze ‘stopte’ met werken was ze ambtelijk secretaris bij het Ministerie voor Economische zaken. Ze ontmoetten elkaar bij de IND toen ze daar beiden na hun pensionering en via OR‑ondersteuning aan de slag gingen. Daar maken ze deel uit van het team Advies en Ondersteuning Medezeggenschap, dat uit acht medewerkers bestaat, waaronder zes ambtelijk secretarissen en adviseurs. Ellen werkt twintig uur per week voor twee onderdeelcommissies en een OR-commissie. Willy werkt 28 uur voor de OR van de IND. Allebei zeggen ze regelmatig overuren te maken, omdat er altijd meer werk is dan tijd. Willy heeft tijdens het interview eigenlijk vakantie. Maar, vertelt ze met een brede lach, ze moet in het weekend nog een verslag uitwerken. Daarna begint de vakantie echt.
Nog niet uitgewerkt
Op de vraag waarom ze zijn blijven werken en niet bijvoorbeeld vrijwilligerswerk zijn gaan doen, zeggen beiden dat ze nog niet waren uitgewerkt. Willy: “De laatste paar jaar had ik als ambtelijk secretaris gewerkt. Ik vond dat heel leuk. Ik heb in die periode ook de opleiding gedaan. In combinatie met thuiswerken is dit werk heel goed te doen en is het juist heel erg leuk. Ik zou niet meer vijf dagen op kantoor willen zitten. Dan zou ik het echt niet gedaan hebben.” Willy werd op haar laatste werkdag gebeld dat ze aan de slag kon bij de IND. Die 28 uur was wel wat meer dan ze in gedachten had, maar ze is het toch gaan doen. Voor het bereiken van de pensioendatum had Ellen nog een halfjaar vakantie-uren tegoed. En dat voelde ook als vakantie. Aansluitend ging ze aan de slag bij de IND.
“Ik heb het gevoel dat ik nog meetel in de wereld, zinvol bezig ben, en nog deel uitmaak van de maatschappij”
Voor- en nadelen
Opvallend is dat Ellen noch Willy noemt dat het extra inkomen een mooi voordeel is van doorwerken. Het is duidelijk dat het daar niet om te doen is. Beiden werken omdat ze het werk leuk vinden. Ze noemen ook het ontmoeten van verschillende mensen en het actief houden van hun hersenen. Blijven leren is ook een voordeel dat beiden noemen. Willy: “Ik heb het gevoel dat ik nog meetel in de wereld, zinvol bezig ben, en nog deel uitmaak van de maatschappij. Ik heb er de energie nog voor.” De gewijzigde politieke koers kan leiden tot wijzigingen binnen de werkwijze van de IND. Daar mogen beiden niets over zeggen. Maar ze zijn het erover eens dat werken in zo’n turbulente situatie wel extra interessant is.
Ook voor werkgevers kan het voordelen hebben ouderen in dienst te nemen. Willy: “Je brengt een stuk ervaring mee. En dat hoeft niet eens per se te zijn als ambtelijk secretaris. Maar ook je leeftijd en dus je levenservaring. Je kunt je makkelijker in allerlei omgevingen en situaties begeven, er begrip voor hebben en ermee omgaan. En je kunt een beetje sturen en coachen. Misschien zullen werkgevers dat niet snel zo zeggen, maar ze zullen het wel zo ervaren.”
Doorwerken heeft ook een nadeel; al is het meer iets waar ze zelf geen last van hebben. Ellen: “Mijn vriendinnen zijn allemaal gepensioneerd. Die vinden het op zich ook wel leuk hoor, dat ik nog werk. Maar wat ze lastig vinden is het maken van afspraken. Omdat ik niet meer dagelijks beschikbaar ben. Hoewel, niet meer… dat was ik toch al niet.”
Gevoel van vrijheid
Maar wat maakt werken na je pensionering nou zo leuk? Wat is het geheim dat erachter zit? Willy legt het uit. “Het is anders werken dan wanneer je eigenlijk in die reguliere vaste baan zit. Het voelt anders. Terwijl je net zo goed je verplichtingen hebt. Die zijn exact hetzelfde en je verantwoordelijkheden ook. Het voelt alsof het niet echt werken is.” Ellen vult aan: “Gevoelsmatig geeft het me meer vrijheid. Je maakt gewoon de uren die je moet maken – en ik maak zelfs meer uren dan in mijn contract staat. Maar het voelt vrijer. Je voelt minder druk.”
Een factor is dus het gevoel van vrijheid dat de werkende pensionaris ervaart. Er is nog een belangrijk element. Ellen: “Het ligt ook aan je instelling. Als je een beetje een negatieve instelling hebt, of je wilt niet een extra stapje doen; dan werkt het niet. Je kunt je ook als oudere, gepensioneerde gedragen. Dat zie ik wel om me heen. Dan zeg ik tegen mijn man: daar loopt weer zo’n gepensioneerde, met van die truttige kleding aan.” Lachend: “Dan denk ik: ‘hou toch op met dat getrut’.” Aan de andere kant erkennen ze dat ze lichamelijk toch merken dat ze ouder zijn. Lange dagen met zware vergaderingen hakken er toch wat meer in dan toen ze veertig waren. Of zoals ze het zelf zeggen: je bent niet meer die jonge blom en dat moet je ook accepteren.
“Ik heb altijd gedacht: ik ga later een nog een studie doen, maar daar komt nu niets van terecht.”
Reacties
Ellen en Willy kennen ze wel, die mensen die 63 zijn en verzuchten dat ze zo uitkijken naar hun pensioen. Zelf hebben ze dat nooit gehad. Dat komt, zeggen ze beiden, doordat ze tijdens hun carrières verschillende functies hebben bekleed. Willy: “Ik heb binnen de rijksoverheid verschillende dingen gedaan, waardoor ik altijd het gevoel had dat ik de mogelijkheid had te doen wat ik leuk vond.” Niet iedereen begrijpt de keuze om door te werken. Soms kijken mensen hen aan met een blik van ‘je bent gek’.
Toekomstplannen
Gevraagd of ze voor vijf jaar zouden bijtekenen bij de IND zeggen ze allebei stellig: nee! De vrijheid die ze nu ervaren is hen dierbaar. Een contract voor een korte periode is prima. Daarbij hoort ook de vrijheid van het zelf kunnen bepalen of een contract verlengd mag worden of niet. En de vrijheid om te zeggen: nu ga ik een tijdje op vakantie. Het inkomen is geen beperking, want pensioen en AOW lopen gewoon door.
Ellen en Willy zijn niet de enigen die doorwerken na hun pensioen. Misschien is het zelfs wel een trend. Ellen: “Als je nog fit bent, waarom zou je dan niet dingen blijven doen? Waarom zou je dan ineens stoppen? Maar je kunt natuurlijk ook iets anders doen. Ik heb altijd gedacht: ik ga later een nog een studie doen, maar daar komt nu niets van terecht.” Lachend: “Wie weet wat we nog gaan doen…”
Medezeggenschap IND
De OR van de IND telt op dit moment 21 leden. Doordat het aantal medewerkers is gestegen wordt na de OR-verkiezing in november ook de OR groter. Dan zijn er 25 zetels te verdelen.
De OR kent vijf commissies en zeven onderdeelcommissies. In totaal zijn er zes ambtelijk secretarissen/adviseurs die in een team samenwerken. Ze hebben eens in de maand een teamoverleg. Als het nodig is, kunnen ze elkaar bij ziekte en vakantie vervangen.