Machtig mooie medezeggenschap. Speel het spel en vergroot het effect van jouw ondernemingsraad

Auteur:
Annette Terpstra en Katrien Hugenholtz
Recensent:
Helene Hubers

Machtig mooie medezeggenschap. Alleen al de titel maakt je vrolijk. De dubbele boodschap is intrigerend: machtig en mooi. En dat is precies wat de auteurs in het boek overtuigend laten zien: medezeggenschap is een beetje een ‘machtsspel’; maar dan leuk.

Advocaat Annette Terpstra en psycholoog Katrien Hugenholtz ontmoetten elkaar tijdens een adviestraject. Ze besloten samen aan een groter publiek te laten zien dat spruitjeslucht niet bij de OR hoort, maar plezier wel.

Machtig mooie medezeggenschap is vooral bedoeld voor kersverse OR-leden die de spelregels nog niet kennen. Maar ook voor OR-leden – en ambtelijk secretarissen – die er al langer zitten, is het leerzaam. Het boek is logisch opgebouwd. Het begint met de inrichting van de nieuw samengestelde OR: het reglement, faciliteitenregeling, ambtelijk secretaris, et cetera. Daarna doen de auteurs uit de doeken hoe het overleg met de directie plaatsvindt. Daarbij is de gelijkwaardige positie een belangrijk onderdeel. Stel je als OR niet ondergeschikt op, is de boodschap. De bestuurder mag bijvoorbeeld vaak een informatievoorsprong hebben, maar als OR heb je informatierecht én je kunt de inbreng van collega’s benutten. En – heel erg belangrijk – zorg voor een goede voorbereiding. Als je weet waar je over praat, vanuit een eigen OR-visie kun je de overlegvergadering echt gebruiken als een moment van invloed.

Het contact met de collega’s is voor veel OR’s geen vanzelfsprekendheid. Hoe ze te informeren, raadplegen en activeren wordt kort uit de doeken gedaan. Leuk is dat de auteurs uitgebreid ingaan op hoe om te gaan met individuele vragen van collega’s. Nergens in de wet staat dat de OR zich daar niet mee bezig mag houden (maar pas op dat je je niet voor een karretje laat spannen of op de stoel van een HR-manager gaat zitten).

Vooral interessant is het hoofdstuk Hoe overtuigen zonder ruzie. Wat mij vaak opvalt, is dat OR-leden willen leren onderhandelen, terwijl ze dat in de praktijk nooit doen. Terpstra en Hugenholtz laten zien dat OR’s andere instrumenten hebben voor effectief overleg met de bestuurder. Ze gebruiken daarvoor de vijf overlegstijlen van Thomas & Kilmann: vasthouden, samenwerken, compromis, negeren en aanpassen.
In het laatste hoofdstuk laten ze zien hoe de OR gebruik kan maken van zijn recht om een procedure te starten bij de Ondernemingskamer of de kantonrechter. In de praktijk gebeurt dat weinig. Maar alleen al dat het kan, is een geweldig recht van de OR.

Op verschillende plekken in het boek staan kaders met juridische en psychologische achtergrondinformatie. Bijvoorbeeld psychologische valkuilen van een OR die de eenheid wil bewaren. Of een juridisch stukje over wat ‘belangrijk’ in de WOR betekent. Dat kan nogal een punt van discussie zijn tussen OR en bestuurder.

Nuttig én een beetje irritant zijn de verwijzingen naar extra informatie op de websites van de organisaties van beide auteurs. Checklists waar naar wordt verwezen zitten achter een link. En daarvoor moet je je emailadres geven. Daar zal het wel om gaan, want die checklists hadden prima in het boek erbij gekund.
Maar los daarvan: als je dit boekje heb gelezen, begin je vrolijk aan het OR-spel!

0182 231 270