‘Please take my advice, I don’t need it anyway’, las ik op een tegeltje bij een collega-ambtelijk secretaris. Tja, dacht ik, adviseren is ondankbaar werk. Je doet je best de OR of een individueel OR-lid met een advies te helpen, maar het lijkt vaak het ene oor in en het andere uit te gaan. In Mag ik je geen advies geven? legt psychogerontoloog en gezondheidspsycholoog Huub Buijssen uit waarom mensen wel om advies vragen, maar het advies doorgaans niet opvolgen.
Een van die redenen is dat mensen vooral graag hun verhaal kwijtwillen. En een andere reden is dat een advies het probleem bagatelliseert. Het is vast herkenbaar: een OR-lid dat zijn hart lucht bij een collega en als reactie krijgt. ‘Joh, laat het lekker van je afglijden’, of ‘als ik jou was…’. Het zijn goedbedoelde adviezen, maar niet echt helpend.
In de methode coachende gespreksvoering leert Buijssen zijn lezers in zes stappen om geen advies te geven, maar wel te helpen tot een haalbare oplossing te komen. In stap één doe je weinig anders dan luisteren naar het verhaal. Je geeft geen oordeel en vooral geen oplossingen. Je stelt alleen vragen en spiegelt. In stap twee formuleer je het probleem. Daarna moet degene die worstelt met het probleem vertellen hoe hij zich daarbij voelt. Cruciaal is dat hij vervolgens zelf een oplossing formuleert en zelf bedenkt of dat haalbaar is en hoe het uitgevoerd kan worden. Dat betekent dus constant op je tong bijten om alle oplossingen, oordelen en soortgelijke eigen voorbeelden die zich tijdens het gesprek aan je opdringen binnen te houden.
Buijssen beschrijft zijn methode in vier levels. Je loopt vier keer de hele methode door, maar ieder level gaat een stapje verder. Door de herhaling – en bij voorkeur door na ieder level te oefenen – krijg je de methode goed onder de knie.
Ik heb de proef op de som genomen bij een collega met stressgerelateerde klachten. Als je wilt spiegelen en vragen stellen en uiteindelijk een probleemanalyse moet opstellen, moet je heel goed luisteren. Dat is ook nog een uitdaging. Ik merkte dat ik in ieder geval anders ging luisteren omdat ik niet met oplossingen maar met vragen moest komen. Dat was niet alleen leerzaam maar bleek ook heel leuk om te doen. Uiteindelijk stelden we samen een probleemanalyse op en kwam mijn collega met een aantal haalbare oplossingen die ik nooit had kunnen adviseren.
Hoewel de methode is bedoeld om een-op-een toe te passen, is ze volgens mij ook prima toepasbaar bij behandelen van bijvoorbeeld een adviesaanvraag. Ook hier heeft een ambtelijk secretaris veel aan de vaardigheid van vragen stellen en spiegelen. Dat helpt de OR zelf de oplossing te bedenken.
Buijssen schrijft soepel en inspirerend en gebruikt leerzame voorbeelden. Na het lezen van dit boek wordt (g)een advies geven van een vaak ondankbare klus tot een van de leukste taken die je als ambtelijk secretaris kunt hebben.