Van traditioneel naar modern OR-advies

Auteur:
René van Oorschot
ISBN:
onbekend
Recensent:
Leo van der Linde

Voor 1950 was er geen één in Nederland te bekennen. Volgens schattingen zijn er nu maar liefst veertienduizend. Rara, wat is dat? Het antwoord luidt: de ondernemingsraad!

Sinds 1950 veranderde volgens René van Oorschot veel in het ABC van ondernemingsraden. De arbeidsverhoudingen, de besluitvorming en communicatie zijn nu fundamenteel anders. Alleen de ondernemingsraden zijn hopeloos verouderd en leven qua mentale denkmodellen en qua aanpak nog in de jaren ‘50. De schrijver wil de lezers van zijn boekje nieuwe hoop inblazen voor een moderne(re) OR-aanpak van het adviesrecht.

Arbeidsverhoudingen en harmonie: de jaren ’50 met forse tegenstellingen tussen bazen en arbeiders zijn volgens de auteur voorbij. Globalisering en internationale concurrentie leiden tot een gezamenlijk belang van directeur, OR-leden en achterban. Medewerkers dienen nu voor zichzelf op te komen. En dat kan volgens Van Oorschot ook, want de medewerkers zijn inmiddels geëmancipeerd en de overheid garandeert de bescherming van arbeidsrechten. Dit klopt niet volgens mij. De bescherming door de overheid is juist verminderd. Kijk maar naar de ontwikkeling van de verzorgingsstaat inclusief deregulering en privatisering.

Besluitvorming en advies: ‘mensgericht adviseren betekent dat u uw advies vanuit de ondernemingsraad toespitst op wat uw collega’s nodig hebben om te veranderen,’ aldus Van Oorschot. De ondernemingsraad heeft als taak de directeur helder te maken welke zorgen en weerstanden bij de medewerkers leven, zodat het (top)management deze meeneemt en wegneemt. De ondernemingsraad weet immers wat de achterban nodig heeft om hun gedrag te veranderen. De ondernemingsraad heeft als enige een frisse blik op hetgeen nodig is voor de arbeidsorganisatie als geheel. Managers kijken teveel naar hun eigen afdeling of durven niet alles tegen de directeur te zeggen. De OR-leden durven dit volgens Van Oorschot wel en kunnen in hun advisering lijnrecht ingaan tegen voorgenomen besluiten als deze onwerkbaar zijn. De ondernemingsraad lijkt in de ogen van de auteur het stoutmoedigste orgaan van arbeidsorganisaties! Dat is voor mij een lichtpuntje in een publicatie waarin de ondernemingsraad primair als taak heeft om mee te helpen bij de disciplinering van de arbeidskracht.

Communicatie en methodisch handelen: Van Oorschot biedt de lezer een OR-instrumentarium aan. Als lezer dien je daar oordeelsvrij en open naar te kijken. Wanneer en hoe zijn deze te gebruiken? De vragen en opmerkingen voor het traceren van relevante, externe ontwikkelingen zijn goed bruikbaar. Bij de voorbereiding van een OR-beleidsplan of de bespreking van de algemene gang van zaken zijn de methodische opmerkingen ook leerzaam. Mijn algemene kritiek op Van Oorschot klinkt als een open deur: één recept voor alle arbeidsorganisaties bestaat niet. Zijn betoog is alleen geldig voor een prestatiecultuur waarin medewerkers een zeer grote autonomie hebben. De gepresenteerde strategie is primair een alliantie tussen de directeur en de ondernemingsraad, die elkaar nodig hebben om de bureaucratische elementen van hun organisatie te ontmantelen en de – terechte of onterechte – weerstand van medewerkers op hun waarde te schatten. Dergelijke bedrijfsculturen of allianties komen in Nederland nauwelijks voor (in 1950 niet en nu niet).

Duur en rendement: OR Rendement rekent 49 euro voor dit klein formaat pocketboekje van minder dan 100 pagina’s. Te duur voor wat je (niet) krijgt!

0182 231 270